De term "hole" heeft verschillende betekenissen in een golfcontext. Het kan verwijzen naar het gat in de grond op de green; tot de hele hole, van tee tot green; of, gebruikt als werkwoord, "gat" of "gat" betekent de golfbal in het gat op de green krijgen. Dat is het doel van het spel. Als je 'een putt' maakt, heb je je putt gemaakt - in de cup gerold.
'Hole' gedefinieerd in het Rule Book
Hier is de officiële definitie van "hole" zoals deze voorkomt in de golfregels, zoals geschreven door de USGA/R&A:
Het eindpunt op de green van de gespeelde hole:
*Het gat moet een diameter hebben van 4 ¼ inch (108 mm) en een diepte van minimaal 101,6 mm (4 inch).
*Als een voering wordt gebruikt, mag de buitendiameter niet groter zijn dan 4 ¼ inch (108 mm). De voering moet ten minste 25,4 mm (1 inch) onder het oppervlak van de putting green zijn verzonken, tenzij de aard van de grond vereist dat deze zich dichter bij het oppervlak bevindt.
Het woord "hole" (indien niet cursief gebruikt als definitie) wordt in de regels gebruikt om het deel van de baan aan te duiden dat hoort bij een bepaald afslaggebied, de putting green en de hole. Het spelen van een hole begint vanaf het afslaggebied en eindigt wanneer de bal op de green is uitgeholed (of wanneer de regels anders zeggen dat de hole is voltooid).
Hoe golfers 'gat' als zelfstandig naamwoord gebruiken
"Hole" kan naar twee verschillende dingen verwijzen wanneer het als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt:
1. Het punt op de green waar de vlaggenstok staat en waar gras en graszoden zijn verwijderd om het "gat" te creëren waarin de speler de putt. Met andere woorden, het gat is letterlijk de gat in de green.
Het gat op de green heeft een diameter van 4,25 inch en is volgens de regels minstens 10 inch diep.
2. Een van de speleenheden op een golfbaan: dat gebied vanaf de afslagplaats, langs de fairway en tot aan de putting green vormt één hole. Er zijn 18 van dergelijke holes op een reguliere golfbaan.
Ook gekend als: Cup is een synoniem voor gat als zelfstandig naamwoord in het nummer 1 gebruik hierboven.
Voorbeelden: Als zelfstandige naamwoorden: 1. Julian sloeg zijn putt recht in de hole op de tweede green. 2. Kalisha speelt nu Hole No. 4.
Als een werkwoord: Tiger Woods moet deze putt echt maken. Of: Ze maakte een hole in haar put om een vogeltje.